Samen voor alle kinderen

Afgelopen juni waren onze bruggers uitgenodigd voor een kennismiddag bij Stichting Jarige Job, op het terrein van de Van Nellefabriek. Wat een inspirerende plek en een cadeau voor onze brugfunctionarissen (bruggers)! Je voelde je weer even een klein kind, huppelend door een speelgoedwinkel. Met prachtige stellingkasten gevuld met speelgoed en knutselspullen, een foto maken bij de prinsessenhoek of tellen hoeveel gezelschapsspellen je tegenkomt.

Daarna gingen we door naar de vergaderruimte: een prachtige grote tafel, omringd door levensgrote actionfiguren uit onze jeugd. Een goed gesprek voeren met De Hulk of even aanschuiven bij Barbie – het kon allemaal. Iets lekkers konden we pakken uit de cadeaukoelkast. Letterlijk een pakje opmaken, want zelfs de koelkast was gewrapt!

Onze handen jeukten om een plek achter de lopende band te bemachtigen en te helpen met het inpakken van al die verjaardagsdozen, maar dat bewaren we voor een volgende keer.

De sfeer was gezet. Samen met bruggers van onze collega-besturen – SIKO Onderwijs, UN1EK Onderwijs en Opvang, Wijzer in Opvang & Onderwijs en het Islamitisch College – werd er veel informatie opgehaald.

De bruggers kregen uitleg van vertegenwoordigers van landelijke organisaties die zijn aangesloten bij het platform Sam& voor alle Kinderen: Leergeld Nederland, Jeugdfonds Sport & Cultuur Zuid-Holland, Stichting Jarige Job, Nationaal Fonds Kinderhulp en het Jeugdeducatiefonds. Samen zetten zij zich in om kinderen en jongeren te ondersteunen die opgroeien in een gezin met weinig financiële middelen. Ze bieden voorzieningen op het gebied van educatie, sport, cultuur, verjaardagen, vrije tijd en andere activiteiten.

Er ontstonden mooie en verdiepende gesprekken tussen mensen die zich allemaal vanuit hun hart inzetten voor kinderen. Zo deelde columniste en sociaal advocaat Carrie Jansen haar ervaringen met hulp aan Rotterdamse gezinnen vanuit het initiatief Warm Rotterdam. Waarbij zij veel op huisbezoeken gaat. Een eerlijk verhaal over werk wat dankbaar is maar soms ook pittig kan zijn. Het helpt wanneer je hier met andere over kunt praten en wanneer je snel kunt schakelen,  – dat kan, omdat er een netwerk is dat door deze bijeenkomsten alleen maar wordt versterkt.

Er is veel mogelijk om gezinnen te ondersteunen: een fiets, een warme winterjas, een laptop of schoolspullen. Maar ook een bijdrage voor een beugel of bril, sportcontributie (inclusief materiaal), muzieklessen, een verjaardagsbox of een zorgeloos dagje uit. Gewone dingen die voor kinderen in andere gezinnen vanzelfsprekend zijn om fijn te kunnen opgroeien.

Samen kunnen we ervoor zorgen dat álle kinderen kunnen meedoen – op school en daarbuiten. Want ieder kind verdient het om veilig en fijn op te groeien!

Een brugfunctionaris is het aanspreekpunt voor ouders en leerlingen met vragen of zorgen die niet direct me onderwijs te maken hebben. Ze vormen de brug tussen school en thuissituatie, met als doel dat elk kind zich optimaal kan ontwikkelen. Zo kan een brugfunctionaris helpen met het aanvragen van regelen of invullen van formulieren maar ook praktische zaken regelen voor een kind. Dit gebeurt op basis van vertrouwen en gelijkwaardigheid.

Ruimte om te ontwikkelen

Schoolleiders Karlijn Kroon en Mariska Boer over hun mastertraject

Bij Primo draait het om de mensen die goed onderwijs mogelijk maken. Medewerkers krijgen het vertrouwen en de ruimte om zich te ontwikkelen. Zowel als professional én als mens. Schoolleiders Karlijn Kroon en Mariska Boer zijn daar een goed voorbeeld van. Onlangs hebben beide een masteropleiding afgerond. Een verrijking voor henzelf, de school én de organisatie.

Twee schoolleider, twee routes
Karlijn behaalde haar master Bestuurs- en Organisatiewetenschap, met een specialisatie in Organisatiecultuur en Management. “Een brede studie over cultuur, inclusiviteit en diversiteit binnen publieke organisaties,” vertelt ze. In haar afstudeeronderzoek richtte Karlijn zich op een onderwerp dat in het primair onderwijs vaak onderbelicht blijft: de werkbeleving van vrouwen in de overgang. Een onderwerp dat 85% van ons personeel raakt. Door dat bespreekbaar te maken, zet je stappen richting meer inclusiviteit op de werkvloer. En dat is precies waar ik me hard voor wil maken.”

Mariska koos voor de master Business Administration, met het accent op leiderschap. Haar onderzoek richtte zich op hoe schoolleiders hun leiderschapsstijl kunnen inzetten om de professionaliteit binnen de school te versterken. “Het is opvallend hoeveel knoppen je hebt om aan te draaien als schoolleider,” zegt Mariska. “Door bewust in te zetten op de ontwikkeling van leerkrachten, heb je direct invloed op de kwaliteit van het onderwijs en dus op de kansen van kinderen.”

De ruimte krijgen om jezelf te ontwikkelen
“Ik vind het belangrijk dat je in de rol als schoolleider ook jezelf blijft ontwikkelen,” zegt Mariska. “Dat motiveert collega’s om hetzelfde te doen.”  

“Primo geeft ons de ruimte. We zijn niet in een richting gestuurd, maar hebben samen met het bestuur gekeken welke master bij ons past,” vertelt Karlijn. “Verschil in schoolleiders mag er dus zijn.”

Betrokkenheid die verder gaat dan budget
De ruimte voor ontwikkeling wordt bij Primo niet alleen in woorden ondersteund. Zowel Karlijn als Mariska kregen inhoudelijke ondersteuning tijdens hun traject. Er is meegedacht over de onderzoeksopzet en bij de verdediging van de scripties waren collega’s aanwezig. Mariska: “De Raad van Toezicht was betrokken en nieuwsgierig naar de resultaten van het onderwijs. Je wordt gezien en serieus genomen.” Karlijn heeft een soort gelijke ervaring. “Mijn onderwerp ligt wellicht gevoelig, maar ik kreeg juist steun vanuit het bestuur om dat bespreekbaar te maken. Dat zegt veel over de cultuur bij Primo.”

Een blik die verruimt
Wat beide schoolleiders na hun master delen, is een bredere blik. Mariska: “Je kijkt niet alleen naar binnen, naar je eigen school. Nu zie ik ook het grotere plaatje: beleid, governance, stakeholders. Dat helpt om strategischer te denken.” Karlijn vult aan: “Mijn opleiding heeft me niet alleen inhoudelijk verrijkt, maar ook geïnspireerd. Ik kijk nu met andere ogen naar thema’s als werkgeluk, macht en cultuur.”

De verhalen van Karlijn en Mariska laten zien wat er gebeurt als je mensen vertrouwen en ruimte geeft. Bij Primo doe je ertoe. En als je wilt ontwikkelen, dan is er altijd ruimte voor een goed gesprek.

Groter worden om eigenheid te versterken

Samen verkennen Primo en Wijzer de toekomst van openbaar onderwijs en opvang

Wijzer en Primo delen een belangrijke gemeenschappelijke ambitie: het beste bieden voor kinderen. Vanuit deze gedeelde ambitie onderzoeken zij hoe een meer gestructureerde samenwerking eruit zou kunnen zien. Wijzer biedt op dit moment openbaar onderwijs en opvang in Maassluis en Vlaardingen. Primo biedt openbaar onderwijs in Schiedam. Peter Jonkers (directeur-bestuurder Primo) en Jan Veenker (voorzitter college van bestuur Wijzer) delen hun kijk op deze stap richting samenwerking.

“We doen veel hetzelfde – waarom zouden we dan niet van elkaar leren?” Peter Jonkers.
De druk op het onderwijs en de opvang neemt toe. Of het nu gaat om het aantrekken en behouden van goede collega’s, het organiseren van scholing of het bieden van loopbaanperspectief: het vraagt om sterke, wendbare organisaties. “Als klein bestuur loop je er soms tegenaan dat je handen tekortkomt,” vervolgt Peter Jonkers. “Dan helpt het als je elkaar weet te vinden en samen optrekt.”

Een open onderzoeksfase
Het traject bevindt zich momenteel in een open en verkennende fase. Deze loopt tot in de zomer van 2026. Er is bewust gekozen voor een ruime termijn om tot een zorgvuldig en goed onderbouwd besluit te komen. In deze periode worden onder andere collega’s van de bestuurskantoren en directeuren betrokken. Daarnaast worden overeenkomsten en verschillen tussen de organisaties in kaart gebracht en vindt er onafhankelijk onderzoek plaats onder begeleiding van bureau Struijk & Kemper. Dit moet leiden tot een breed en genuanceerd beeld van kansen, zorgen, wensen én mogelijkheden. “Uiteindelijk draait het om één ding: de kinderen,” aldus Jan Veenker. “We willen dat collega’s zich gezien en gesteund voelen in hun werk. Als dat lukt, profiteren de kinderen daar direct van. Daar draait het uiteindelijk om.”

Onderwerpen als begeleiding, opleidingsmogelijkheden en werkplezier spelen een centrale rol. Een iets grotere schaalgrootte kan hierin ondersteunend zijn. Niet om groter te zijn, maar om beter te kunnen zijn.

Gedeelde waarden, eigen kracht
Het initiatief voor deze verkenning komt vanuit Primo en Wijzer zelf. De kernwaarden van het openbaar onderwijs: gelijkwaardigheid, vrijheid en ontmoeting vormen het kompas in dit proces. In deze fase is er vooral ruimte voor ontmoeting, verwondering en openheid. Uit de gesprekken blijkt nu al hoeveel waarde er zit in het delen van ervaringen en perspectieven. “Alleen al het delen van ideeën voelt als winst,” verwoordde een collega het onlangs treffend. Stap voor stap wordt gebouwd aan toekomstbestendige opvang en onderwijs, met hart voor kinderen én voor de medewerkers die zich daar dagelijks voor inzetten.

280 talen in jouw school

Sta je er wel eens bij stil hoeveel talen en dialecten er in jouw klas en op jouw school worden gesproken? Veel leerkrachten denken dit wel te weten, maar zijn vaak verrast als ze het aantal echt in kaart brengen. Onze samenleving wordt steeds meertaliger. In de grote steden spreekt minstens de helft van de bevolking meerdere talen. In Rotterdam wonen mensen met wel 280 verschillende nationaliteiten! Ook buiten de Randstad groeit de meertalige samenleving, en daarmee de uitdaging én kans voor het onderwijs.

Door Renée Veltenaar, schoolleider Con De Wereldschool


Volgens het CBS spreekt een kwart van de pubers thuis een andere taal of dialect. Schiedam is een goed voorbeeld: De schatting is dat 64% van de leerlingen een niet-westerse migratieachtergrond heeft. Dit betekent niet per se dat zij allemaal meertalig zijn, maar de kans is groot dat veel van deze kinderen naast het Nederlands ook een andere taal beheersen. Hoe kun jij als leerkracht hierop inspelen en juist de voordelen van meertaligheid benutten?

Voor veel kinderen is het Nederlands niet de enige taal die ze leren. Soms is het zelfs de derde of vierde taal. Maar waarom wordt meertaligheid dan nog zo vaak gezien als een probleem? Integendeel! Kinderen die een sterke basis hebben in hun thuistaal, laten vaak een groter taalbewustzijn zien. Ze begrijpen sneller hoe taal werkt, wat hen helpt bij het leren van andere talen, waaronder het Nederlands. Dit wordt bevestigd door onderzoek van Pauline Gibbons (Scaffolding Language, Scaffolding Learning), waarin ze benadrukt hoe interactie en een veilige leeromgeving cruciaal zijn voor taalontwikkeling.

Meertalige kinderen hebben al laten zien dat ze een taal kunnen leren en dat geeft hen een voorsprong. Maar ook eentalige leerlingen profiteren van een meertalige omgeving. Door hen nieuwsgierig te maken naar de overeenkomsten en verschillen tussen talen, groeit hun taalgevoel en taalvaardigheid. Meertaligheid draagt dus niet alleen bij aan de ontwikkeling van meertalige kinderen, maar verrijkt de hele klas.

Wat vraagt dit van jou als leerkracht? Het begint met een positieve houding en een open blik. Veel scholen hebben een taalbeleid, maar zou het niet nog krachtiger zijn om een beleid op meertaligheid daarbij te ontwikkelen? Hoe kun je de verschillende talen in jouw klas benutten om het leerproces te ondersteunen?

Een eerste stap is erkennen en waarderen. Het is belangrijk dat kinderen hun thuistaal mogen gebruiken. Als een leerling zijn of haar moedertaal niet mag spreken, kan dat leiden tot onzekerheid, frustratie en zelfs kansenongelijkheid. Wanneer een school meertaligheid omarmt, draagt dit bij aan een positief pedagogisch klimaat en stimuleert het de motivatie van leerlingen. Meertalige kinderen voelen zich gezien en gewaardeerd, en dat heeft direct effect op hun leerprestaties.

Leuk, maar hoe pas ik dit toe in de praktijk?

Hier zijn een paar concrete ideeën:

  • Inventariseer welke talen er in jouw klas worden gesproken en gebruik dit als startpunt. Misschien ontdek je verborgen taalschatten!
  • Maak afspraken over het gebruik van thuistalen in de klas. Dit geeft zowel de leerlingen als jouzelf houvast (en voorkomt spontane lessen Klingon).
  • Toon interesse in de talen van je leerlingen. Laat ze bijvoorbeeld een woord of zin uit hun moedertaal delen – wie weet breid je zelf ook je vocabulaire uit!
  • Gebruik taal als brug: vergelijk woorden in verschillende talen, stimuleer verteltafels waarin kinderen in hun eigen taal mogen vertellen en laat ze vervolgens in het Nederlands samenvatten. Zo wordt je klas een mini-Verenigde Naties!
  • Werk samen met ouders en stimuleer hen om thuis in de moedertaal te blijven praten. Een sterke basis in de thuistaal helpt bij het leren van het Nederlands! (Ja, Netflix met ondertiteling telt ook.)

Het Nederlands Kennis Curriculum (NKC) biedt een krachtige en rijke context voor meertalige leerlingen. Het NKC-themaonderwijs helpt kinderen nieuwe woorden, begrippen en concepten te leren op een betekenisvolle manier: door lezen, denken, praten en schrijven. Binnen het NKC wordt taalverwerving ondersteund door juist die veilige en contextrijke omgeving waarin leerlingen zich durven uit te drukken. Die interactie tussen leerlingen, waardoor taal op een natuurlijke manier wordt ontwikkeld. En veel kansen om zelf taal te produceren, wat essentieel is voor het versterken van taalvaardigheid. Wanneer je werkt met NKC, benut je de kracht van meertaligheid en ondersteun je alle leerlingen – meertalig en eentalig – in hun taalontwikkeling, precies zoals nodig is in een diverse klas.

We moeten al zoveel doen, hoe past dit erbij?

Maar zodra je je verdiept in meertaligheid, ontdek je de voordelen en raak je hopelijk enthousiast. Meertaligheid sluit naadloos aan bij thema’s als burgerschap en inclusie. Door nieuwsgierig te zijn naar elkaar en verbindingen te leggen, draag je bij aan een sociaal en inclusief klimaat in de klas.

Door meertaligheid niet als last, maar als kans te zien, ben je als leerkracht bezig met de kern van onderwijs: kinderen helpen groeien, nieuwsgierigheid aanwakkeren en een brug slaan tussen werelden. Want zoals Van den Branden zegt:

Elk moment van een doodgewone klasdag is een goudmijn voor taalverwerving.

Dus, durf jij de uitdaging aan?
Begin klein, experimenteer, en ontdek de kracht van meertaligheid in jouw klas.
Vraag eens welke talen jouw leerlingen thuis spreken en horen. Laat ze een taalpaspoort invullen: Welke taal spreek je thuis, met oma, met vrienden, tijdens het gamen? In welke taal droom je?

En wie weet, misschien kun je tegen het einde van het jaar zelfs een klein gesprekje voeren in Turks, Pools of Arabisch – al is het maar om “dat heb je goed gedaan!” te zeggen.

Nieuwsgierig, enthousiast?
Neem eens een kijkje bij collega’s op andere scholen binnen Primo.
Een fijn leesbaar online (hand)boek: ruimte_voor_nieuwe_talenten.pdf
Liever kijken en luisteren:
Een videoroute meertaligheid vanuit Drongo