logo jongleren
Nieuws

Positieve leesresultaten op Loep

Geplaatst op: 3 juli 2022

Betty van Dam gaat in gesprek met Annemieke Jeene, schoolleider van OBS Loep en een aantal leerkrachten. Aanleiding van het gesprek zijn de positieve leesresultaten op de Cito eindtoets van het schooljaar 2020-2022.

De populatie van Loep bestaat voor het grootste deel uit leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond. De school heeft in de afgelopen jaren de aanpak van het taalonderwijs gestructureerd en volgens laatste inzichten op een aantal gebieden aanpassingen doorgevoerd.

In het gesprek komt aan de orde welke aspecten van de aanpak hebben geleid tot deze betere resultaten.

Door: Betty van Dam, taalspecialist Primo en Neerlandicus


In de eerste instantie wijst de coördinator en leerkracht van de onderbouw erop dat je voor de analyse van het succes helemaal onderaan moet beginnen:

  • Ten eerste het intensief gebruiken en inrichten van verteltafels staat als een huis. Per boek of thema bouwt men bij de kleuters 1 of 2 verteltafels en die worden 2 of 3 weken intensief gebruikt voor pre-teaching (uitbreiding woorden en begrippen), de beleving en interactie van de hooffiguren uit het boek met de juf en met elkaar.

Red: Dit brengt de mondelinge interactie op een hoger niveau maar ook de fantasie en verbeelding. Bovendien oefenen de leerlingen met denkrelaties zoals oorzaak en mogelijk gevolg etc. Tijdens de interactie leren de leerlingen de grammaticale structuren van het Nederlands toepassen door herhaling en verbetering.

  • De spelhoeken zijn belangrijk voor de taalontwikkeling. In de spelhoeken wordt op basis van het thema/boek een authentieke situatie nagebootst. Bijvoorbeeld een winkel, een museum, openbaar vervoer etc. De leerlingen leren de taal, jargon en omgangsvormen tijdens de interactie! Mag ik een kaartje voor twee personen. Leerkrachten vragen hele zinnen van kinderen terug en proberen hen uit te dagen tot correct taalgebruik door te laten herhalen en de goede vorm nog eens terug te geven (taal-ontwikkelende interactie).

Red: Hier is voorspelen, meespelen en nadoen de natuurlijke manier om taal te leren gebruiken en idioom aan te leren.

  • Cursus Basisontwikkeling heeft bijgedragen aan deze manier van communicatie met kleuters.
  • Over het thema worden van tevoren filmpjes vertoond. De kleuters krijgen dan altijd een kijkopdracht mee. Tijdens het kijken wordt het filmpje zo nu en dan stilgelegd en stelt de leerkracht zowel reproducerende vragen als denkvragen, zoals bijvoorbeeld voorspellingen doen. Thema’s worden gemeenschappelijk voorbereid.
  • Er wordt gewerkt met het project Top VVE in samenwerking met de Universiteit van Utrecht. Hier wordt behalve pedagogisch klimaat ook nadrukkelijk gekeken naar de interactievaardigheid van de leerkrachten. De groepen/leerkrachten scoren hier verschillend op het gebied van interactievaardigheden. Hier wordt actie op ingezet via cursus en begeleiding. De school scoort integraal hoog op pedagogisch klimaat.
  • Denkvragen stellen.
  • Zelf ervaren hoe het is om vreemde klanken te horen (via Turks prentenboek).

School hanteert een aangepaste vorm van basisontwikkeling. Een van de zaken is de ouders betrekken: (dit ging heel goed tijdens onderwijs op afstand: Ren je rot zoek een zwabber! Haalbare doelen stellen bij ouderparticipatie. Ouderkind opdrachten die begrijpelijk en haalbaar zijn. Bijeenkomsten voor ouders en activiteiten presenteren en voordoen, zoals speurtocht, lantarenpalen tellen, in de supermarkt de 9 zoeken.

 Taalklas: Dit is een aparte klas met leerlingen die laagtalig zijn uit de groepen 5 en 6. Zij krijgen aan het begin van het schooljaar iedere dag een taalbad van 2 uur in en circuitmodel met veel interactie.

De tweede helft van het schooljaar krijgen de kinderen van groep 2 die doorgaan naar groep 3 een taalbad tot de herfstvakantie. Na de herfstvakantie start dan weer groep 6. Dit gebeurt door gespecialiseerde NT2 leerkrachten. Er wordt zo veel mogelijk aangesloten bij het thema van de reguliere groep en er wordt gewerkt met logo 3000 en Zien is Snappen. Dit wordt betaald uit de NPO gelden in samenwerking met El Furkan (materialen delen etc).

Er worden letters aangeboden met voorbeelden van woorden waarin de letters voorkomen. Er wordt gebruik gemaakt van de oude Leeshoek methode!!!

(Opm: “Dit zijn nieuwe ontwikkelingen waar de kinderen die nu de goede resultaten behalen nog niet eens van hebben geprofiteerd!”)

“Vanaf het moment dat de keuze gemaakt is om Staal spelling in te gaan zetten vanaf groep 4 is een kentering zichtbaar. Van rood oranje naar groen!! Kinderen die tussentijds instroomden wisten binnen een half schooljaar ook groen te scoren.”

 De school hanteert ook de grammaticalijn van Staal. Een gedegen (aparte) lijn grammaticaonderwijs wordt ook als reden genoemd dat kinderen de teksten beter begrijpen.

(Recent onderzoek wijst uit dat leerlingen van 8/9 jaar bijvoorbeeld moeite hebben met het begrijpen of ontsluiten van ingebedde zinnen).

Ook wordt de nadruk gelegd op het technisch lezen en de techniek aandacht blijven geven! Als de basis van het technisch lezen niet voldoende wordt beheerst dan heeft dat invloed op het begrip van een tekst.

Er zijn voorbeelden van kinderen die een zin feilloos kunnen lezen maar niet in staat zijn de zin in stukken te hakken maar ook kunnen zij woorden niet in stukjes hakken (lettergrepen). Zij zijn gericht op de vloeiende lijn van de zin maar vinden het moeilijk om de betekenissen aan elkaar te koppelen om tot begrip te komen.

De spellinglijn pakt gelukkig een heleboel terug en er zit veel herhaling in. Dit hiaat wordt nu gevoeld en is ontstaan door een gemis aan technisch leesinstructie tijdens de corona periode.

De school wordt ook begeleid door Het Leeshuis en voert ook specifieke instructie uit gebaseerd op het principe: In de klank zit de betekenis, niet in de tekens.

Voorbeeld: de leerkracht leest de tekst rustig voor en vraagt: Wat valt je op aan mijn manier van lezen? De kinderen benoemen het volgende:

Je wacht bij de leestekens.

Je wacht bij het einde van de zin.

Ik hoor/zie je bijna denken: Begrijp ik het nog?

Je spreekt de belangrijke woorden duidelijk uit.

Zo laat de leerkracht tijdens het voorlezen horen dat ze het begrip aan het monitoren is!

Kinderen krijgen dan zelf de beurt om het voor te lezen en dan kopiëren zij het leesgedrag van de leerkracht. Leerlingen beschrijven dan het leesgerag van de medeleerling. Er komen dan ook opmerkingen zoals:

Je hebt heel goed gelezen maar we hoorden dat je het niet begreep!

De school, ook bij de onderbouw wordt aan de stagiaires ook expliciet geleerd om een boekje dat zij gaan voorlezen eerst thuis goed voor te bereiden.

Je hoort aan een leerkracht/stagiaire als een tekst die voorgelezen wordt niet goed is voorbereid! Je mist dan de denkpauzes en de woorden of zinsdelen waar de nadruk op moet vallen. Je hoort ook aan stagiaires of ze gewend zijn om voorgelezen te worden. Ze vinden het moeilijk om drama in de tekst te leggen!!

Als de leerkracht voorleest en in feite het verhaal acteert met stem, gezicht en lichaam zie je vaak de studenten met grote ogen en open mond meegenieten van het verhaal!

Na de invoering van Staal Taal is de school ook met de zaakvakmethode Alles in een begonnen. Daar zit heel veel leeswerk aan vast maar de methode is wel ingericht met kleine enkelvoudige zinnen waarbij de leerlingen zich niet oefenen in samengestelde zinnen en het gebruik van voegwoorden. Positief is de kwaliteit van het aantal informatieve filmpjes. Leerlingen krijgen vooraf een kijkopdracht en daarna wordt van gedachte gewisseld over de inhoud.

Ook vanuit Loep gaan er ook kinderen naar de plusklas en de talentklassen van het gymnasium. Het is een mooi compliment van een leerling die de talentklas bezoekt aan een medeleerling na het houden van haar spreekbeurt om uit te spreken dat zij volgens hem ook eigenlijk ook in de talentklas thuishoort. Hij vond dat het niveau op school en met name in de groep van de leerkracht groep 8 wel uitstak boven het niveau van de talentklas. Bij de vraag van de leerkracht hoe dat komt antwoordde hij: Dat komt door u juf!!!

Als conclusie na dit gesprek met de directeur en twee leerkrachten:

Het is van groot belang om de juiste keuzes te maken wat betreft leerstof en methodiek maar van doorslaggevend belang is de houding van de leerkrachten en de manier waarop deze zich bewust zijn van hun interactievaardigheden.

Tenslotte is een directeur die weet wat hij/zij wil en die juiste organisatievorm weet te kiezen bij de inhoud ook van doorslaggevend belang zodat onderwijs zinvol en succesvol wordt.

Dit interview is ook gedeeld met de onderwijsraad die advies uitbrengt aan het ministerie over de verbetering van het taalonderwijs