Een nieuwe rol: bovenschools directeur

De eerste twee maanden zijn voorbij, haar nieuwe werkplek op het stafbureau wordt steeds meer vertrouwd. Mariëlle van der Schoor kijkt terug op een geslaagde start van haar nieuwe rol als bovenschools directeur binnen Primo Schiedam.

door de redactie


Het is nog even wennen, na meer dan twintig jaar niet meer elke dag via het schoolplein naar je vaste werkplek. “Nu pak ik de lift of trap naar de 6e verdieping, het gedeelde kantoor van Primo en Wijzer is mijn uitvalsbasis geworden.” Mariëlle startte al die jaren geleden in het openbaar onderwijs in Schiedam, als kleuterjuf op De Peperklip. Ook daarna bleef ze werkzaam op Primo-scholen. Ze werd intern begeleider, deed een studie, werkte als orthopedagoog op De Poldervaart, deed de schoolleidersopleiding en was achtereenvolgens 6 jaar directeur op De Peperklip en 10 jaar op Het Windas. Sinds augustus van dit jaar is ze bovenschools directeur bij Primo.

Een nieuwe rol 

Iedereen weet dat je bij een nieuwe functie altijd even tijd nodig hebt om je nieuwe rol en taken te ontdekken. Voor Mariëlle komt daar nog eens bij dat de functie van bovenschools directeur een primeur is binnen Primo. Voor haar is er dus ook na deze eerste wenperiode, samen met Primo, nog genoeg te verkennen. 

Mariëlle: “Omdat het een nieuwe functie is, weet je vooraf nog niet tot in detail wat je gaat doen. Ik neem in ieder geval taken over van Peter Jonkers, onze directeur-bestuurder. Ik houd mij onder andere bezig met alles rond taalvisie en gelijke kansen. Daarnaast heb ik een rol in het uitwerken van interne stukken en hebben Peter en ik de scholen verdeeld. Ik ben nu het aanspreekpunt voor Het Kleurrijk, Daltonbasisschool De Klinker, De Peperklip, Loep en De Violier.”

“Ik heb veel verschillende rollen, taken en functies gehad, ik weet hoe belangrijk het is dat mensen zich op al deze plekken gehoord voelen.”

Sterke scholen 

Vanaf het stafbureau wil Mariëlle niet alleen deze, maar alle scholen goed ondersteunen, zodat zij zich zoveel mogelijk kunnen richten op hun kerntaken. Primo werkt, zeker in vergelijking met andere schoolbesturen, met een klein bovenschools team. Dat betekent dat de scholen zelf veel zeggenschap hebben, maar dus ook dat zij zelf sterk in hun schoenen moeten staan. 

Mariëlle: “Ik snap goed wat daarvoor nodig is. Dat klinkt misschien als ‘ik weet het allemaal al en ik ga jullie dat wel even vertellen’. Maar wat ik eigenlijk wil zeggen, is dat ik veel ervaring hierin heb. Ik weet hoe belangrijk het is om gehoord te worden.

Daardoor weet ik ook dat het essentieel is dat we dat goed faciliteren vanuit het stafbureau, want dan kun je als schooldirecteur of teamlid je werk goed doen.”

Leiderschap in alle lagen 

Mariëlle: “We krijgen in het onderwijsveld te maken met steeds complexere vragen. Die los je niet op door van bovenaf te sturen. We moeten ervoor zorgen dat alle scholen sterk zijn en sterk staan, zodat zij die vraagstukken vanuit de praktijk kunnen aanpakken. Daarom willen we de interne kracht van alle Primo-scholen nog verder verstevigen. Mede daarom zijn we samen met onze scholen gestart met het High Performing Schools-traject (HPS). Zo zijn het bij ons juist de leerkrachten die meedenken over wat goed onderwijs op hun school inhoudt, in plaats van dat dit van bovenaf wordt bepaald. 

Dat vraagt om leiderschap in alle lagen. Daarvoor werken we in leerteams. Leerkrachten, kwaliteitscoördinatoren (KC’ers), directeuren, maar ook op het stafbureau. Onlangs hebben we binnen Primo een nieuw koersplan uitgezet. In de leerteams denkt iedereen mee over hoe hij zich kan inzetten om voor elkaar te krijgen wat er nodig is.

Met deze manier van samenwerken kun je het volledige potentieel van de organisatie gebruiken. Iedereen weet wat de koers is van de school, van de stichting en hoe ze zelf bijdragen aan die koers.”

Weet iedereen dit wel? 

“Met onze High Performing Schools, het NKC en de manier waarop we binnen onze organisatie samenwerken, zijn we iets fantastisch aan het doen. Ik ben ervan overtuigd dat dat zich gaat vertalen naar een groot succesverhaal. Soms vraag ik mij wel eens af: weet iedereen binnen Primo dat wel? Want jullie spelen daarin je eigen onmisbare rol. Jij doet ertoe! 

Ik denk zelfs dat we, door de dingen die we binnen Primo met elkaar aan het doen zijn, veel minder last hebben van problematiek als te weinig personeel of gedoe met geld. Dat komt door de sterke gedeelde visie en de eenduidige aanpak: de scholen die goed samenwerken, de onderlinge verbondenheid, de manier waarop we samen het onderwijs vormgeven.

Leerkrachten, directeuren, KC’ers, conciërges, administratieve krachten… allemaal hebben ze hun eigen groepen om te leren van en met elkaar. Daardoor kun je samen meer opvangen.  

Een mooi voorbeeld daarvan: op dit moment volgen binnen Primo zeven collega’s het traject schoolleider in opleiding. Je moet weten dat het heel moeilijk is voor schoolbesturen om nieuwe schoolleiders te vinden, dat is zelfs nog moeilijker dan leerkrachten. Hoe mooi is het dat we deze mensen zelf opleiden?! Ze zitten samen in een leerkring waarin ze steun aan elkaar hebben en krijgen de ruimte om rustig ervaring op te doen. Drie van deze collega’s hebben inmiddels binnen Primo alweer een nieuwe functie gevonden.  

Ik denk dat dit onze kern is: je boeit mensen, omdat je ze de kans geeft om iets nieuws te leren. Dat maakt het werk interessant en aantrekkelijk. Het zorgt ervoor dat mensen blijven en daarmee behoud je ook hun kennis en de potentie voor de organisatie.  

Dat kunnen leren in alle lagen is voor mij ook belangrijk geweest. Ik ben doorgegroeid tot directeur, heb dat op twee scholen gedaan, maar ik was ook toe aan nieuwe dingen. Had ik binnen Primo deze kans niet gehad, dan was ik op een gegeven moment misschien ook weggegaan.” 

Aan de slag  

“Door de jaren heen zijn twee punten voor mij altijd het belangrijkste geweest: goede onderwijsresultaten en kansengelijkheid. Dat zit er zo ingebakken, dat ik soms niet eens meer doorheb dat ik dit meeneem in alles wat ik doe. Het zullen dan ook speerpunten blijven op het stafbureau en in mijn gesprekken met directeuren.  

Mijn winst is dat ik net uit de praktijk kom en daardoor de wereld van een school goed begrijp. Het is mijn doel om alles in elkaar te laten grijpen en ervoor te zorgen dat het stafbureau scholen op de beste manier ontzorgt. Zo maken we er een goed geoliede organisatie van, waarbinnen scholen zich volledig op hun belangrijkste taken kunnen richten.

Ik ben zelf groot voorstander van een platte organisatie waarbij leiderschap zo laag mogelijk ligt. Een grote overhead is wat mij betreft niet nodig, want iedereen kan dat leiderschap oppakken.” 

Hoe nu verder? 

“Ik schuif zo vaak mogelijk aan bij besprekingen en in het geval dat ik ergens nog niet zoveel kennis over heb, vertrouw ik erop dat ik die kennis op zal bouwen. Het scheelt dat ik al lang meeloop en altijd in Schiedam heb gewerkt.

Mijn werk is verschoven naar een kantoorbaan. Ik ben gewend om in een schoolteam te werken op een plek met een vaste dagstructuur, maar nu ben ik veel solistischer bezig en vaker alleen op pad.

En… geen kinderen in de buurt. Die mis ik het allermeest. Even een praatje met een kind, even loskomen van je werk omdat er een traktatie wordt langsgebracht… Maar ik vind het ook wel weer heel erg leuk om na zoveel jaar weer met nieuwe mensen samen te werken en te ontdekken wat een geweldige mensen er werken op het stafbureau.”

Schoolleider in opleiding

Heb jij weleens overwogen of het vak schoolleider iets voor jou is? Binnen Primo volgen verschillende collega’s de opleiding. Ze worden naast hun studie actief begeleid door ervaren Primo-directeuren en krijgen de kans om het geleerde ook direct in de praktijk te brengen. Esmaa Hmamouch is een van de collega’s die het traject voor Vakbekwaam schoolleider bijna heeft afgerond. Ze vertelt ons hoe dat tot nu is bevallen en gunt ons een blik op de schoolleider die zij hoopt te worden.

door de redactie



De carrière van Esmaa begon in een heel andere sector. Na haar opleiding Communicatie rolde ze de bankwereld in. Daar deed ze flink wat ervaring op in verschillende commerciële en leidinggevende functies, maar toch voelde ze dat daar haar toekomst niet lag. Het onderwijs lonkte. Dus zegde ze tien jaar geleden haar baan op en meldde zij zich bij een onderwijsbestuur in Rotterdam.

“Eigenlijk zou je mij een van de eerste zij-instromers kunnen noemen. Overdag werkte ik als onderwijsassistent en in de avonduren haalde ik mijn pabo-diploma. Het voordeel daarvan was dat ik inkomsten had en tegelijkertijd kon wennen aan het vak. Ik werkte als vervanger en daardoor heb ik in de periode tot aan mijn diploma veel verschillende scholen gezien. Daarna heb ik voor veel verschillende groepen gestaan, van groep 1 tot en met groep 8. In mijn jaar voor groep 8 heb ik wel even gedacht: ga ik dit echt doen? Lesgeven aan die groep is echt een vak apart. Dit was ook nog eens op een van de moeilijkste scholen van Rotterdam. Ik had daar toen de handvatten nog niet voor. Maar ik ben blij dat ik ben doorgegaan. Met vallen en opstaan, en met een hart voor het onderwijs en voor het kind.”

Van basisbekwaam naar vakbekwaam

Esmaa groeide steeds verder binnen het onderwijs. Al snel was ze niet alleen leerkracht, maar ook bouwcoördinator en leerteamvoorzitter. Ze merkte dat ze een leidinggevende rol ook weer meer ging overwegen. “Ik had ervaring met leiderschap in de bankwereld, met coachen en sales. Waarom zou ik die ervaring niet met mijn werk in het onderwijs combineren?”

Ze besloot om de post-bachelor Basisbekwaam Schoolleider te gaan doen. Die rondde ze af bij haar vorige werkgever. Dit jaar ging ze bij Primo aan de slag met het vervolg: de opleiding Vakbekwaam Schoolleider. Over een paar maanden heeft ze ook dat diploma op zak.

“Ik ben nog altijd blij dat ik mijn ambities heb gevolgd. En dat ook nog deze mooie kans bij Primo op De Singel mijn pad kwam. Primo creëerde de ruimte voor mij om echt dingen te gaan doen.”

Aan de slag!

Esmaa staat nu twee dagen voor de klas in groep 5 van De Singel. De overige drie dagen besteedt ze aan haar opleiding. Dat doet ze twee dagen in de praktijk, waar ze zich als lid van het MT onder andere bezighoudt met de visie van de school, de visie op burgerschap en met het begeleiden en coachen van collega’s. Op de derde dag dompelt ze zich onder in kennis, theorie en literatuur. Dat doet ze samen met andere schoolleiders in opleiding. Ze worden daarin begeleid door Academica, een opleidingsinstituut uit Amsterdam waar Primo mee samenwerkt.

Vooral alle literatuur komt voor Esmaa als geroepen: “Die heb ik gemist. Ik kom van een bank, waar het draait om feiten, data en analyse. Eenmaal in het onderwijs merkte ik dat ik dingen soms moeilijk kon plaatsen. Leuk die Cito-resultaten, maar wat zegt dat over wat we dagelijks doen? Is wat we doen wel goed genoeg? Mijn onderbuikgevoel zei dat er meer achter moest zitten. Inmiddels weet ik dat dat gevoel klopte. Dat je door een koppeling te maken tussen praktijk, onderzoek en literatuur nog beter onderwijs kunt aanbieden. Toen ik daarachter kwam, gaf me dat zoveel energie. Dit is het bewijs, je kunt die koppeling maken! Dit is wat ik wil!”

Nieuw schooljaar, nieuwe uitdaging

Met ingang van het volgende schooljaar stopt Esmaa met het lesgeven en gaat zij zich fulltime richten op het schoolleiderschap. Dat doet ze dan deels op De Singel en deels op een andere Primo-school. “Ik vind dat niet spannend, ik zie het als een uitdaging. Ervaring baart kunst. En als je niet weet hoe je iets moet doen maar je doet het toch, dan geeft dat weer nieuwe energie. Ik kom er wel, ik blijf gewoon mijzelf.”

Esmaa ziet het bouwen aan duurzame relaties met je team als een van de belangrijkste aspecten van het schoolleiderschap. Daar zal ze zelf dan ook veel aandacht voor hebben. “Ik neem mee wat ik heb geleerd uit de boeken en ga het team helpen in haar behoeften. Ik ga luisteren, gesprekken voeren, vragen stellen…


Bij kinderen trekt de leerkracht de kar, maar als schoolleider ben jij de verbindende factor. Je werkt samen met de leerkrachten aan goed onderwijs. Geïnteresseerd zijn in je leerkrachten is 50% van het vak. Maak ruimte om leerkrachten te leren kennen en weet waar zij energie van krijgen. Blijf met ze in contact en wees daarbij kwetsbaar. Zeg het dus ook als je het een keertje niet weet. Jij bent een rolmodel. Daarom is zelfreflectie voor schoolleiders ook zo belangrijk.

Leerkrachten staan met heel hun hart, ziel, passie voor de klas. Daardoor zijn ze ook vaak perfectionistisch, ze willen het beste voor hun leerlingen en kijken vooral naar wat er beter kan. Maar soms moet je ze uit die tunnel halen en ze helpen om op een andere manier te kijken. Ik zie snel wat mensen kunnen. Daar bouw ik op door, door ze het vertrouwen te geven dat ze het volgende dan ook kunnen. Iemand beschreef mij eens als een cheerleader. Die zei: ‘jij gelooft nog meer in mij dan ik in mijzelf.’”

Ruimte om te doen

Zelf kan Esmaa voorlopig ook nog vertrouwen op genoeg begeleiding en intervisie.

“Inge Werneke, directeur van De Singel, blijft mij voorlopig begeleiden. Daar ben ik heel blij mee, want ook als schoolleider loop je tegen dingen aan en weet je soms niet meteen hoe je iets moet aanpakken. Nu hebben Inge en ik nog wekelijks gesprekken, volgend jaar wordt dat een keer per twee weken. Ik krijg van haar nog meer ruimte om het gewoon te gaan doen. Dat waardeer ik.

Het voelt wel gek dat het lesgeven na dit schooljaar voorlopig voorbij is. Ik merk dat ik toe ben aan een volgende stap, maar aan de andere kant denk ik: o, de klas uit… dat betekent loslaten en dat is ook wel verdrietig. Maar het gevoel dat ik straks voor de leerkrachten van een school kan doen wat ik nu voor de leerlingen in mijn klas doe,  dat maakt veel goed. En als leerkrachten zich goed voelen, straalt dat door naar de leerlingen. Dat ik als schoolleider op die manier dus nog meer leerlingen kan bedienen, is een mooie bijkomstigheid.”

Jij doet ertoe

Tot slot nog een belangrijke vraag: in hoeverre heeft Esmaa alles wat zij belangrijk vindt zelf ervaren in dit eerste jaar bij Primo?

“Voordat ik de keuze maakte om bij Primo te gaan werken, heb ik meerdere gesprekken gevoerd. In al die gesprekken had ik het idee dat ik echt werd gezien. De Primo-slogan is ‘Je doet ertoe’ en zo voelt het ook echt voor mij. Ik werd hier niet gezien als opvulling voor een gat in het lerarentekort.

Mijn eerste gesprek was met Marielle van der Schoor, directeur van basisschool Het Windas. Mijn tweede gesprek was met Liza Sloot, hoofd P&O en Peter Jonkers, directeur-bestuurder van Primo. Zij waren heel open en transparant over waar Primo naartoe werkt, maar ook over waar ze nog niet zijn. Dat vond ik fijn, want daardoor wist ik waar ik instapte. Ik had het gevoel dat ik helemaal mezelf mocht zijn. Peter Jonkers gaf mij ook het vertrouwen dat er bij Primo nog genoeg mogelijkheden zijn naast het lesgeven. Zeker voor de nieuwe generatie leerkrachten is zo’n hybride vorm aantrekkelijk. Bij Primo zijn ze erg bezig met hoe je nieuwe mensen binnen houdt en de huidige collega’s blijft inspireren. Dat vind ik belangrijk.

Na dat gesprek met Liza en Peter mocht ik spontaan op gesprek komen bij Inge op De Singel. Daar voelde het vanaf het allereerste moment als thuiskomen. Inge zei: ‘We weten nog niet hoe we het gaan doen, maar we gaan het doen!’ Gewoon alleen al dat ze ‘we’ zei in plaats van ‘ik’, dat vond ik zo fijn!

Ik mocht vanaf dag één Esmaa zijn. Ik was welkom als mens, niet alleen als Esmaa de leerkracht. Dat is een onderdeel van wie ik ben, maar daarnaast neem ik mijn privéleven mee, mijn bagage… Die holistische benadering ervaar ik als het meest positief bij Primo en De Singel. Dat is iets wat ik zelf ook wil overdragen aan anderen.”


Yes, we hebben weer leerteam!

Als leerkracht zet je je dagelijks in voor de beste ontwikkeling van je leerlingen, maar daarnaast wil je zelf natuurlijk ook niet stil blijven staan. In de leerteams die op steeds meer Primo-scholen actief zijn, komen deze twee zaken samen. Binnen die leerteams werk je met collega-leerkrachten aan een continue verbetering van het onderwijs én aan jullie eigen professionele ontwikkeling. Charissa van Aalst-Verduijn, leerkracht op Het Windas, is leerteamvoorzitter. Zij volgt hiervoor de cursus bij Academica. In dit artikel legt ze ons uit wat leerteams zijn, wat haar rol inhoudt en waarom zij daar steeds enthousiaster over wordt.

door de redactie



Hadden we Charissa drie jaar geleden gevraagd wat een leerteam was, dan had zij ons het antwoord schuldig moeten blijven. Ze had toen net het besluit genomen om, na een korte periode buiten het onderwijs, weer terug te keren naar de klas. Via-via kwam ze in contact met Mariëlle van der Schoor, directeur van Het Windas. Dat klikte en de keuze om op Het Windas te komen werken, was snel gemaakt. Als de kersverse leerkracht van groep 4 maakte Charissa daar voor het eerst kennis met de leerteams.

“Ik was nog gewend aan bouwvergaderingen. Maar leerteams zijn anders. Daarin ben je niet aan het plannen, je staat niet in de vergadermodus. Je bent aan het leren van en met elkaar.”

Met elkaar leren en uitproberen

Leerteams zijn onderdeel van de Professionele Leergemeenschap (PLG). Het doel is dat leerkrachten samen leren, van elkaar leren, het geleerde toepassen en al doende het onderwijs de kwaliteit geven die kinderen nodig hebben.

Eén keer per week kom je met je leerteam bij elkaar. In die overleggen ligt de focus op de inhoud. Constateer je iets in je lessen, bijvoorbeeld dat de kinderen met rekenen niet de verwachte resultaten behalen, dan bespreek je dat met elkaar. Vervolgens ga je met jouw leerteam op zoek naar oplossingen. Daarvoor baseer je je op kennis uit de theorie. Alles wat je ontdekt, deel je met elkaar. Je probeert gevonden oplossingen uit en reflecteert gezamenlijk op het resultaat. Daar pak je vervolgens weer op door.

Charissa: “Een leerteamoverleg begint met inchecken: hoe ging het afgelopen week? Hoe liepen de lessen? Wat viel je op? Ging een rekenles lastig, hoe zou dat dan komen? We gaan niet meteen overal diep op in, maar willen het wel gaan opschrijven, zodat we kunnen zien wat bijvoorbeeld een terugkerend probleem is. Als een probleem naar onze mening iets is om verder te onderzoeken, kunnen we een actieonderzoek starten.”

Leerteamvoorzitter in opleiding

Om ervoor te zorgen dat de leerteams doelgericht te werk gaan, heeft elk team een leerteamvoorzitter. Vorig jaar werd Charissa gevraagd of zij die rol wilde gaan vervullen. Dit jaar werd ze gevraagd voor de cursus. “Mijn directeur zei: ‘Ik denk dat het wel wat voor jou is.’ Toen heb ik dat maar gewoon gedaan.”

Spijt heeft ze daar niet van. Sterker nog, na iedere cursusdag is Charissa nog enthousiaster dan de vorige. “Ik vind het steeds leuker worden. Met een paar kleine dingen ben ik alvast begonnen, zoals de check-in op leren. Ik zou het liefst meteen beginnen met het toepassen van alles wat ik heb geleerd, maar je kunt niet ineens alles veranderen. Dat moet dus nog even wachten tot volgend schooljaar.

Ik denk dat wij op Het Windas in vergelijking met sommige scholen al ver zijn met de leerteams. Collega’s zijn er voor mijn tijd ook in begeleid door Erik Meesters (curriculumontwikkelaar, red.). Maar dat verzandde toen we als een van de eerste scholen mee gingen doen aan de pilot van het Nederlands Kennis Curriculum (NKC). Doordat de ontwikkeling van NKC-lessen ook veel tijd en aandacht vroeg, is de ontwikkeling van de leerteams een beetje stil blijven staan. Ik denk ook dat we niet allemaal echt goed hebben begrepen hoe we het moesten doen. De cursus was voor mij een eye opener.”

Praktische handvatten

Die cursus Leerteamvoorzitter wordt gegeven door Academica. De training bestaat uit drie cursusdagen en veel zelfstudie aan de hand van artikelen en webinars. Er zitten ook serieuze opdrachten bij, die de cursisten moet volbrengen voor de volgende cursusdag.

Als cursist word je onder andere meegenomen in het PLG-pentagram, de vijf dimensies van een Professionele Leeromgeving. Maar er worden ook veel praktische zaken behandeld, zoals voorbeeldagenda’s, hoe leid je het overleg, wat bespreek je wel en wat niet, hoe geef je feedback en de check-in die Charissa al kort noemde.


“Bij ons was het leerteamoverleg toch een soort vergadering met mededelingen. Als een collega haar verhaal deed over een pittige dag voor de klas, konden we daar lang over doorpraten. Dan waren we zo twintig minuten verder. Maar dat hoort niet thuis in het leerteamoverleg, het gaat af van de leertijd met elkaar. Ik leerde dat we op zo’n moment eerst even moeten checken of het oké is om het onderwerp naar het einde van het overleg te verplaatsen, of juist eerst te bekijken wat iemand nodig heeft op dat moment en dan daarna pas de officiële PLG-tijd te starten. Dat kan best lastig zijn, want je wil niet voorbijgaan aan iemands emoties. Maar ook daar kregen we goede tips voor.”

Een goede leerteamvoorzitter is …

“Waar moet je als leerteamvoorzitter aan voldoen? Dat was mij niet meteen duidelijk. Nu denk ik dat het vooral belangrijk is dat je het leerteam voorzit, en dat betekent dus niet dat je de leider bent. Ik maakte eerst bijvoorbeeld altijd de agenda voor het overleg. Maar dat moet ik niet doen, die agenda maak je samen. Een goede leerteamvoorzitter zijn, betekent niet dat jij alleen verantwoordelijk bent.

Ik heb nu twee van de drie cursusdagen afgerond. Wat ik daaruit vooral heb meegenomen, is dat het allemaal niet perfect hoeft te zijn. We allemaal nog lerende in de leerteams, dus dat geldt ook voor de leerteamvoorzitter. Zoals Erica Mathijssen, een van de cursusleiders, zei: ‘Als jij in je leerteam merkt dat collega’s starten met de houding: ‘Yes, we hebben weer leerteam! We gaan weer met elkaar leren, met elkaar vooruit, en dat is tof! Als je dát gevoel kunt overbrengen, dan doe je het goed.’”

Nieuwe energie

We hebben op Het Windas vier leerteamvoorzitters en alle vier zijn we superenthousiast om volgend schooljaar de leerteams nog beter vorm te geven. Aan het begin van het schooljaar willen we aan het team presenteren wat we hebben geleerd, zodat we allemaal weer weten wat het leerteam inhoudt, waarom we het doen en wat we er leren. Op die manier zorgen we ervoor dat alle neuzen dezelfde kant op staan en kunnen we ook meteen de nieuwe collega’s meenemen.

We willen vanaf volgend jaar ook inzetten op meer contact tussen de leerteams onderling. Alle leerteams staan in het teken van jezelf continu verbeteren en het leren van elkaars expertise, maar nu zitten we vaak nog teveel in een eigen bubbel. Als wij in ons leerteam iets ontdekken voor de groepen 5 en 6, dan kunnen de leerteams van andere leerjaren daar misschien ook hun voordeel mee doen. Dat terugkoppelen tussen de teams doen we nu nog te weinig.”

Nog één laatste advies …

Charissa is enthousiast en kan niet wachten om volgend jaar met collega’s verder te gaan in de leerteams. Voor de leerkrachten die nog aan het begin van deze ontwikkeling staan, heeft zij tot slot één advies:

“Denk niet aan de energie die het kost, maar vooral aan de energie die het opbrengt. Dat inzicht kreeg ik van de cursus en dat zorgt ervoor dat ik er weer zo’n zin in heb. Wat wij allemaal als leerkrachten in de leerteams met elkaar gaan doen, dat vind ik heel mooi. Als leerkracht sta je het dichtst bij de kinderen. Jij ziet wat ze lastig vinden, waar ze moeite mee hebben. Jij kent de kinderen het beste. Het is de bedoeling dat je als professionele leergemeenschap bekijkt en onderzoekt wat het beste is voor de kinderen. De leerteamvoorzitters koppelen dit terug aan directie en zij eventueel weer aan het bestuur. Als leerkracht zit je er bovenop en middenin. Als we het goed kunnen onderbouwen, kan ons kan mooi bijdragen aan beslissingen die bestuurders moeten nemen. We willen allemaal het beste voor de kinderen, hen alles geven wat ze nodig hebben. En daar draait het om.”


Ouders, laat van je horen!

Robert Boogaard kan het iedere ouder aanraden: meedenken in de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad. Als ouder met twee kinderen op Het Windas en voorzitter van de MR en de GMR, weet hij wat het oplevert als je gebruik maakt van je recht op inspraak in het onderwijs. Het is niet alleen interessant om als ouder het complete plaatje te leren kennen, maar je helpt het Primo-bestuur ook echt om het beleid te versterken door mee te denken, kritische vragen te stellen en mee te beslissen. Hij hoopt anderen te inspireren, zodat er nog meer ouders aanschuiven bij de medezeggenschapsraden. “Het ouderperspectief is veel waardevoller dan ouders doorgaans zelf denken.”

door de redactie



Als coördinerend adviseur bij het ministerie van Justitie en Veiligheid houdt Robert zich beroepsmatig bezig met de bescherming van de nationale veiligheid. Een heel andere sector dan het onderwijs, zou je zeggen. Toch sluit zijn rol als voorzitter van de GMR naar zijn mening goed aan bij zijn dagelijkse werk.

Robert: “In essentie zijn er veel overeenkomsten: het meepraten en meebeslissen, het vergaderen, het leiden van de vergadering… al is de inhoud natuurlijk totaal anders. In mijn werk heb ik te maken met het voorkomen van zaken die de nationale veiligheid kunnen raken. Veiligheid heeft daarbij in de beleving van mensen doorgaans een negatieve waarde, je waardeert het pas als het er niet meer is. Het onderwijs heeft daarentegen een positieve waarde. Door het creëren van de juiste omstandigheden kunnen kinderen zich ontwikkelen en het beste uit zichzelf halen. Het is mooi om aan deze inspirerende sector bij te kunnen dragen. Ik kan het iedereen aanbevelen!”

Denk mee en beslis mee

In de Wet Medezeggenschap op scholen (WMS) is vastgelegd dat ouders en medewerkers invloed moeten kunnen hebben op het beleid van scholen en het schoolbestuur. Alle Primo-scholen hebben daarom een medezeggenschapsraad (MR), die meedenkt en meebeslist over het beleid van de school. Daarnaast is er een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) die kijkt naar hoe het overkoepelende beleid wordt vormgegeven. In die raad gaat het dus over beleid dat invloed heeft op alle Primo-scholen.

Robert: “Daardoor zie je als GMR-lid het hele onderwijsplaatje. Je ontdekt hoe er leiding wordt gegeven, krijgt inzicht in de financiën, de leerlingaantallen, welke afwegingen moeten worden gemaakt, wat succesvol is en werkt, maar ook welke risico’s er zijn. Daardoor snap je beter wat er op de scholen gebeurt en wat dat betekent voor je eigen kinderen en die van anderen.

Zo praten we in de GMR bijvoorbeeld mee over het formatieplan. Daarin wordt onder andere uitgelegd hoeveel formatieplekken voor leerkrachten en ondersteuners er zijn en hoe wordt omgegaan met zij-instromers.

Ik vind het interessant om de verbinding te kunnen leggen tussen de verhalen waarmee mijn kinderen uit school komen en het beleid dat daarachter zit. Maar ook om te weten wat gemaakte keuzes betekenen voor de kinderen van de buren, of voor de vriendjes die komen spelen. Er komt zoveel bij kijken! Onderwijs is veel meer dan een juf die een toets afneemt. Er zit een fascinerende wereld achter. Die kennis over het basisonderwijs haal je niet uit de krant.

Dat geldt ook voor de rol van leerkrachten. Ik zie in de vergaderingen hoe enthousiast en bevlogen zij met hun werk bezig zijn. Wat ze blij maakt, maar ook wat ze frustreert. Eigenlijk precies zoals ik dat ook bij mijn collega’s zie. Omdat ik vanuit de GMR meer context meekrijg, zijn we volwaardige gesprekspartners. Dat is heel anders dan tijdens een oudergesprek op school, dan blijft het toch bij een gesprek over cijfers en leeftijdsontwikkeling.”

Ouders als belangrijke stakeholders

Meedoen binnen de GMR is niet alleen interessant voor jezelf, je bent ook een belangrijke stakeholder voor het bestuur. Je bent als vertegenwoordiger van ouders en medewerkers onderdeel van de beleidsvorming en kunt de organisatie veel brengen door jouw expertise en ouderperspectief in te zetten.

Robert: “De directeur-bestuurder van Primo wil dat we als GMR actief meesturen en meebeslissen. Dat doen we door veel uit te vragen en kritisch te zijn als dat nodig is. Van die kritische vragen wordt een beleidsstuk alleen maar beter. En kan het bestuur ons als GMR overtuigen, dan mag het ervan uitgaan dat er meer draagvlak zal zijn.

Daarnaast help je als ouder in de GMR om twee werelden dichter bij elkaar te brengen. Als ouder sta je op het schoolplein tussen andere ouders, waardoor je signalen opvangt die de mensen op het bestuurskantoor niet snel te horen krijgen. Je hebt een voorlichtende rol én kunt makkelijker toetsen hoe andere ouders tegen een idee of besluit aankijken. Daarmee haal je actief belangrijke informatie op.”


Twee werelden verbinden

Die informatie kan meteen praktisch worden omgeslagen. Denk dan bijvoorbeeld aan hoe je als bestuur of school ouders het beste kunt informeren. Robert weet uit eigen ervaring dat er door de toon van een bericht snel misverstanden kunnen ontstaan.

Robert: “Scholen of leerkrachten communiceren nog te vaak vanuit de lerarenblik of met veel vakjargon. Ze gebruiken dan klinische begrippen als ‘sociale veiligheid’, ‘ingrijpen’, ‘problemen in gedragsontwikkeling’. Ik vind dat niet gek, want dat zijn de woorden die zij als professionals onderling gebruiken. Ik kan met mijn collega’s ook vrij nonchalant praten over zaken die de nationale veiligheid betreffen, waar je als buitenstaander waarschijnlijk enorm van zou schrikken, alleen al omdat je de context mist.

Als ouder sta je uiteraard emotioneler tegenover het onderwijs dan een leerkracht. Het gaat tenslotte over je kinderen. Als je dan een bericht in lerarentaal leest, denk je: wat is hier aan de hand?! Het is goed om daar als school rekening mee te houden. Wij hebben als MR van Het Windas daarom aangeboden om brieven tegen te lezen. Op die manier kun je helpen om beter in te schatten hoe een boodschap landt bij ouders. Daar lijken voor scholen nog veel kansen te liggen.”

Laat die kans niet liggen

Juist omdat het ouderperspectief zo waardevol is voor Primo, vindt Robert vindt het jammer dat er maar weinig ouders zijn die gebruikmaken van hun recht om mee te praten. Hij merkt dat mensen een drempel ervaren om lid te worden van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad.

Robert: “Mensen denken dat je er veel kennis voor nodig hebt of dat het veel tijd kost. Natuurlijk helpt het als je affiniteit hebt met het onderwerp en het interessant vindt om mee te denken. Maar het is echt niet zo dat je alles al moet weten. Sterker nog, het is vaak juist prettig dat je die kennis niet hebt. Je kunt daardoor meer out of the box denken. De tijdsinvestering is echt niet heel groot, met gemiddeld twee uur per maand kom je een heel eind. We hebben vier keer per jaar een algemene vergadering en daarnaast zijn er een aantal themaraden (onderwijs en kwaliteit, personeel en arbeid, huisvesting en financiën), waarmee je de diepte ingaat.

Gezond verstand, enthousiasme en interesse zijn het belangrijkste, de kennis volgt vanzelf. Je krijgt vooraf goede informatie. Stukken komen doorgaans op tijd, zodat je je goed kunt voorbereiden. En als je vragen hebt, dan zijn er genoeg mensen in de raad die het je helder kunnen uitleggen. Het zijn immers grotendeels leraren, zaken uitleggen is hun vak en ze zijn er vrijwel allemaal heel goed in.”

Robert hoopt dan ook dat veel meer mensen over de drempel heen willen stappen. “Als je niet meepraat, weet je ook niet wat je mist. Ouders – maar ook medewerkers – weten niet welke kansen ze laten liggen.”

Meer weten?
Kijk voor meer informatie over medezeggenschap op www.primoschiedam.nl/onze-organisatie/gmr/. Of stuur je vraag naar n.capel@primoschiedam.nl.