Daarom wil je schoolleider worden op Loep

Wat maakt een goede schoolleider? Om daar antwoord op te krijgen gingen we te rade bij Annemieke Jeene, al ruim vijftien jaar schoolleider bij Primo. Bevlogen vertelt zij over het vak en over wat dat in de praktijk betekent op ‘haar’ school Loep. Inspiratie genoeg, dat beloven we. En voor iedereen die na het lezen denkt: dat wil ik ook! Scroll dan nog even verder, want er is een vacature beschikbaar.

door de redactie



Annemiekes keuze om schoolleider te worden, was een klassieke speling van het lot. Ze startte in 2008 op de Gorzenschool in Schiedam-Zuid. De ambitie om directeur te worden, speelde op dat moment helemaal niet. Ze kwam naar de Gorzenschool om daar de inhoudelijke koers voor het onderwijs mee te ontwikkelen. Maar nog geen zes weken nadat ze was begonnen, kreeg de directeur een hartstilstand. Toen duidelijk werd dat hij niet meer terug zou keren, werd Annemieke door Primo gevraagd om zijn taken als directeur over te nemen.

Annemieke: “Dat gebeurde natuurlijk na veel overleg met het Primo-bestuur. Maar eerlijk is eerlijk, ik heb mijzelf wel gepromoot toen duidelijk werd dat de directeur niet meer terug zou komen. De papieren had ik nog niet, dus ik ben toen meteen met het schoolleiderstraject gestart.”

Een paar jaar later werd Annemieke behalve directeur van de Gorzenschool ook directeur van De Troubadour in Groenoord. In 2015 vond er een uitwisseling plaats tussen SIKO- en Primo-scholen, waarna de Gorzenschool onder het SIKO-bestuur kwam te vallen. Vanaf dat moment kon Annemieke zich volledig richten op De Troubadour, de school die ze met het nieuwe team liet uitgroeien tot de huidige basisschool Loep.

“In 2015 zijn we meteen begonnen met het vormgeven en in de praktijk brengen van onze nieuwe visie voor de school. We startten met de stam- en niveaugroepen en met de heterogene groepen, daarmee werken we nog steeds. Kinderen van twee opeenvolgende leerjaren zitten in één groep, waardoor ze ieder jaar van rol wisselen: ze zijn om en om de jongste of de oudste. Zo leren ze van elkaar en ontdekken ze hoe ze elkaar kunnen helpen. Omdat er per leerjaar tussen de kinderen onderling grote verschillen waren, zijn we ook gaan werken met niveaugroepen voor de cognitieve vakken als spelling, reken en lezen. Alles om bij te dragen aan het welbevinden van de kinderen.”

 

Samen het onderwijs vormgegeven

Die eerste jaren van Loep hadden Annemieke en het team nodig om de organisatie goed rond te krijgen en de visie te verankeren, daarna zijn ze verder de verdieping ingegaan. En nu…? “Nu ben ik bovenal supertrots op onze school! We hebben een enorm energiek team dat de laatste jaren ook nog eens flink is uitgebreid. Mensen die op onze school werken, weten waarvoor ze kiezen en gaan daarvoor. We geven als team vorm aan het onderwijs. Een proces waar we samen in zijn gegaan en dat zorgt dat we met elkaar inhoudelijk de goede keuzes maken. We komen regelmatig bij elkaar om te overleggen, onder andere in Professionele LeerGemeenschappen (PLG’s), ook wel leerteams genoemd. Zo blijven we bezig met hoe we ons onderwijs aan de kinderen, de kwaliteit en de organisatie kunnen verbeteren.”

En juist omdat die samenwerking zo belangrijk is, heeft het team zich afgelopen jaren verdiept via een traject over psychologische veiligheid. “Die veiligheid creëer je onder andere door dingen waar je tegenaan loopt bespreekbaar maken, door te laten zien welke kennis en kwaliteit je zelf in huis hebt, te ontdekken waar collega’s juist weer goed in zijn, door te leren hoe je die kennis en kwaliteiten kunt delen en vertrouwen te hebben in elkaar… Het is allemaal even belangrijk. In 2022 hebben we het traject als team afgerond, maar ik zie dat ook nieuwe collega’s in die vibe worden meegenomen. Er is een grote verbondenheid.”

 

Altijd je ogen en oren openzetten

“Als schoolleider vind ik het belangrijk om veel met mensen in gesprek te gaan en écht goed te luisteren. Soms zegt iemand het één, terwijl hij of zij iets anders bedoelt. Dan moet je goed zoeken naar wat er achter een opmerking zit en dat bespreekbaar maken. Dit geldt voor collega’s, maar net zo goed voor kinderen en ouders. Als je duidelijk hebt wat er speelt, kun je weer fris beginnen en samen nieuwe kansen opzoeken.

Daarnaast moet je als schoolleider natuurlijk altijd je ogen en oren goed openzetten en jezelf regelmatig afvragen: wat is effectief? Wat doen we wel en wat doen we juist níet?

Uiteindelijk doe je alles om ervoor te zorgen dat de kinderen goed gefaciliteerd zijn. Je wil ze de kansen bieden die ze nodig hebben. Voor onze leerlingen betekent dat onder andere dat we een goede taalbeheersing ongelofelijk belangrijk vinden. Al is het stimuleren van taal altijd belangrijk, of kinderen nou laag- of hoogtalig zijn. Bij ons begint die aandacht voor taal bij het veel in gesprek gaan met elkaar. En door de kinderen op verschillende manieren te stimuleren, bijvoorbeeld door ze te laten antwoorden met zinnen in plaats van met losse woorden. Omdat we op Loep ook veel meertalige kinderen hebben, onderzoeken we op dit moment hoe we kinderen kunnen helpen om die meertaligheid beter te benutten.


Als het gaat om kansen bieden, zie ik dat we met het team ook steeds meer ‘voorwaardelijk’ kijken. Daarmee bedoel ik dat we goed kijken of kinderen beschikken over wat ze nodig hebben om aan het werk te kunnen op school. En wanneer dat niet het geval is, kijken we hoe we daar iets aan kunnen doen. Dus ook wanneer er thuis of aan de zorgkant iets speelt. Hiervoor hebben we onder andere een brugfunctionaris.

We investeren ook in het betrekken van ouders door ze goed te informeren over hoe zij een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van hun kinderen. Dat betekent dus ook dat we ingrijpen wanneer een ouder zegt: ‘Ik kan niet lezen, dus ik kan niet helpen met huiswerk.’ We helpen ouders te onderzoeken wat wél haalbaar is in hun situatie. Want ook als je kind jou voorleest, help je al. En daarvoor hoef je dus alleen maar te luisteren. De uitspraak ‘ik kan niet helpen’ hoor ik dus liever niet. Ik ga graag op zoek naar wat wel kan en naar waar nieuwe kansen liggen.”

 

“De uitspraak ‘Ik kan niet’ hoor ik liever niet. Er is altijd wel iets wat je wél kan doen of een andere manier om een doel te bereiken. Daar ga ik veel liever naar op zoek.”

 

Aandacht voor uitdagingen

Annemieke zet haar onderwijservaring graag in voor het begeleiden van nieuwe collega’s. Ze is nauw betrokken bij het zij-instroomtraject van Primo en helpt bij het opleiden van toekomstige schoolleiders. Wat heb je als schoolleider van de toekomst nodig? Is er een verschil met de tijd waarin zij zelf begon?

“De aandachtspunten hebben zich verlegd. Het eerste waar ik aan denk, is dat het belangrijk is om verantwoordelijkheid te delen en die als directeur ook meer neer te leggen in het team. Dat zorgt voor meer draagvlak. Ik deed altijd heel veel zelf, maar ik weet nu beter hoe belangrijk dat draagvlak in het team is.

Ook de personeelstekorten zullen voorlopig een uitdaging blijven. Het tekort is groot en neemt nog toe. Het blijft belangrijk om te kijken hoe we nieuwe mensen kunnen vinden om het onderwijs in te gaan. Het opleiden van zij-instromers vind ik daarin een goede stap. Maar we moeten er ook voor zorgen dat mensen niet uitvallen en dat ze gecoacht worden. Ook daar speel je als schoolleider een belangrijke rol in.

Het opleiden van schoolleiders binnen Primo vind ik een mooi traject. Schoolleider is een intensief vak, er komt veel op je af. We merken dat mensen sneller vertrekken. Het is daarom goed dat startende directeuren meer worden begeleid. Dat ze de kans krijgen om eerst te leren naast een ervaren schoolleider. Ik vind dat zelf heel leuk om te doen. Je merkt dan ineens hoeveel je automatisch regelt binnen de school. Mooi om daar mensen in te ondersteunen en ze feedback te geven.”

 

Volop afwisseling

Het onderwijs is gevarieerd en heeft zoveel dynamiek. Dat betekent dat je als schoolleider niet alleen veel intern bezig bent, maar ook extern. “Om te kijken hoe je met partners in de wijk beter samen kunt werken om goede zorg te bieden, bijvoorbeeld. Niet naast elkaar, maar met elkaar. Zo zijn er nog veel meer ontwikkelingen. Die afwisseling vind ik het allerleukste van mijn werk op Loep. Het is nooit saai. En ik ben er trots op dat ik dat samen doe met zo’n bevlogen team. Een team dat met elkaar het beste uit de kinderen haalt.

Uiteindelijk is de belangrijkste taak van een schoolleider dat je er bent voor je team. Dat je ervoor zorgt dat zij kunnen doen wat nodig is om kinderen en ouders het beste te bieden. Dus verlies jezelf niet in rapporten of subsidieaanvragen. Jouw hoofdtaak is om er voor ze te zijn. Ga niet overal in mee. Houd je focus op wat er echt toe doet.”

 

Solliciteer naar de functie van schoolleider op Loep
Na dit verhaal ben jij toch net zo enthousiast?! Annemieke draagt binnenkort het directiestokje over. Het liefst natuurlijk aan een schoolleider met een net zo groot hart voor de school als zij. Ben jij dat? Je vindt de vacature hier. Neem bij vragen contact op met Peter Jonkers, directeur-bestuurder, bereikbaar via p.jonkers@primoschiedam.nl.
Komt deze vacature nog te vroeg, maar heb je wel interesse in het schoolleiderstraject binnen Primo? Neem dan contact op met Liza Sloot, hoofd PZ, l.sloot@primoschiedam.nl.


Een warm bad voor stagiairs en starters

Maaike van Berkel staat drie dagen per week voor de klas in groep 8 van De Taaltuin en is op dinsdag bezig met haar taken als schoolopleider en coach. Ze vindt voor de klas staan superleuk, maar geniet minstens net zoveel van het begeleiden en coachen van studenten en starters. Vanaf volgend schooljaar houdt ze zelfs twee dagen bezig met begeleiderstaken. Op haar school en binnen Primo is veel aandacht voor het opleiden van nieuwe mensen. Maaike zorgt dat dat zo goed mogelijk gebeurt en dat studenten én collega’s de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben.

door de redactie



Maaike: “Mijn taken als schoolopleider zijn het begeleiden van starters en de mensen die nog in opleiding zijn. Bij ons op school hebben we studenten van Hogeschool Rotterdam, van de opleiding voor onderwijsondersteuner, en we hebben mensen die studeren voor leerkracht op Inholland Rotterdam. Daarnaast help ik de startende leerkrachten: ik kijk af en toe eens mee, ik ga met ze in gesprek, vooral over waar behoefte is aan is qua extra begeleiding. Ook voor collega’s die een stagiair hebben – zij zijn opgeleid tot werkplekbegeleider – sta ik klaar.”

 

Samen opleiden

“We willen studenten het beste bieden,” vertelt Maaike. Daarom heeft zij regelmatig contact met de instituutopleider (IO’er) van de hogeschool. Dat komt voort uit het BOSS-traject (Beter opleiden in Samenhang en Synergie, zie kader). Met de IO’er heeft Maaike gesprekken om het studieproces van de studenten op haar school te begeleiden. Daardoor kan er snel geschakeld worden en is de hogeschool op de hoogte van hoe het met de studenten gaat, waar ze tegenaan lopen en wanneer extra begeleiding nodig is. Het doel is ‘samen opleiden’. “En dat kan alleen als verschillende organisaties en instanties samenwerken. Dan heb je alle studenten goed in beeld en kan er bijtijds aan de bel getrokken worden.” Als er iets niet lekker loopt, neemt Maaike contact op met de IO’er. “Die korte lijntjes zijn het belangrijkst voor het samen opleiden.”

 

Overleg

Binnen Primo komen alle schoolopleiders minimaal vier keer per jaar samen om het te hebben over opdrachten vanuit de hogeschool. Daarnaast hebben ze het over de vaste agendapunten als intervisie en panelgesprekken die op iedere school weer anders worden ingericht. “Iedere school is uniek, doet het op de manier die het best past binnen de organisatie, maar je hebt heel veel raakvlakken waar je samen goed over kunt praten. En dan kun je soms ook elkaars aanpak gebruiken. Want waarom zou je het wiel uitvinden als dat er al is?”

 

Behouden

Ook over de stap na de stage wordt binnen Primo nagedacht. Want als studenten eenmaal opgeleid zijn, zou het mooi zijn om ze ook voor Primo te behouden. Nu is het nog zo dat een student na een stagejaar teruggaat naar het stagebureau en op een andere school wordt geplaatst. “Het zou leuk zijn als we konden zeggen: ‘ik heb hier een student die daar en daar goed in is, waar hebben we daar de beste plek voor’. Dat studenten al hun stages binnen Primo lopen en dan uiteindelijk ook blijven werken op de school die het best bij hen past. Zeker als ze naar de LIO-stage (Leraar In Opleiding, het laatste stagejaar, red.) gaan, dan is het fijn als je zo’n LIO’er ook echt binnen Primo kan houden (lees ook het interview met Sarah, red.). Op dezelfde school, als er formatieruimte is, of op een andere Primo-school. Doordat wij als schoolopleiders met elkaar contact hebben, weten we van elkaar waar plek is en wie daar zou passen.”

 

‘Als iemand zijn of haar diploma heeft, dan begint het pas.’

 

Oja-moment

“Bij alle studenten zie je dat ze genieten van de reis die ze maken in hun eigen ontwikkeling. En voor iedere student geldt dat ze op een punt komen dat ze het ‘oja-moment’ hebben, het moment dat je denkt nu heb ik ’m. En wat ik vooral heel leuk vind, is dat je in de loop van de opleiding steeds meer de leerkracht gaat zien die de student gaat worden. Dat je ziet hoe ze hun eigen kwaliteiten naar buiten durven brengen binnen het lesgeven. Dan zie je de authentieke leerkracht die je wil hebben. Als ze zelf gaan ontdekken hoe leuk het is voor de klas. Het moment van ‘DIT IS HET!’ Daarom vind ik het zo mooi om de starters te mogen coachen.”


Inductietraject

Het afgelopen jaar heeft Maaike met twee collega’s gewerkt aan een ‘inductietraject’ binnen Primo. Maaike legt uit: “Als iemand zijn of haar diploma heeft, dan begint het pas. Vergelijk het met je rijbewijs, pas als je het papiertje hebt, leer je echt autorijden. In het onderwijs is dat ook zo. Daarom is het zo belangrijk dat je een starter ook in het oog houdt, begeleiding blijft geven. Anders gaat die zwemmen. Om die reden is het inductietraject gecreëerd waarbij we met vijf coaches drie jaar lang coaching bieden aan starters. Waardoor het voelt als een warm bad.” Dat inductietraject bestaat uit coachinggesprekken, bij elkaar kijken, intervisie, maar ook thematische bijeenkomsten, workshops door experts, elkaar ontmoeten, en ervaringen delen.

 

MUM

Maaike is heel enthousiast over de kansen die ze bij Primo krijgt om zo’n inductietraject te mogen ontwikkelen. Ze is ermee begonnen omdat ze het leuk vond en het vertrouwen kreeg van de organisatie. Met de opleidingen die ze is gaan doen, kon ze zich verder ontwikkelen. En daar wordt ook wat mee gedaan. Meer uren maken (MUM) is hierop van toepassing: “Komend schooljaar moet er veel voor de klas gebeuren, we gaan iemand intensief opleiden. Ik heb ervoor gekozen om een vaste dag te besteden aan het schoolopleider zijn, zodat ik de contacten kan hebben met de opleidingen. En daarbuiten ga ik twee keer een halve dag aan de slag als starterscoach. Daarom ga ik nog een halve dag meer werken. Zo kan ik me ontwikkelen op iets wat ik heel leuk vind, naast het nét zo leuke voor de klas staan.”

 

BOSS
In het programma Beter Opleiden in Samenhang en Synergie (BOSS) werken de Pabo en het Kenniscentrum Talentontwikkeling (KCTO) van Hogeschool Rotterdam (HR) en stichtingen (besturen) voor primair onderwijs samen aan het versterken, uitbreiden en verdiepen van de samenwerking. Het doel is daarbij het opzetten van een duidelijke doorlopende leerlijn tussen de Pabo HR en de basisscholen in de regio Rotterdam: van het samen opleiden van aankomende leerkrachten op de Pabo HR, naar het begeleiden van beginnende leerkrachten op scholen, naar het bijscholen en professionaliseren van ervaren leerkrachten. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar de specifieke competenties die een leerkracht in de grootstedelijke (achterstands-)context nodig heeft.


Als LIO ben je meteen een collega

Sarah Hemmes was Leerkracht In Opleiding (LIO) op De Violier en is net afgestudeerd. Komende weken werkt ze nog even door op haar afstudeerplek in groep 6, maar met ingang van het nieuwe schooljaar gaat ze naar Het Windas. Spannend, maar ook vertrouwd, want ook Het Windas is een Primo-school. We spraken haar over hoe het is om LIO te zijn binnen Primo.

door de redactie



Omdat ze in Schiedam woont, was het voor Sarah vanzelfsprekend om voor een school in Schiedam te kiezen. Ook omdat Primo nauw samenwerkt met Hogeschool Rotterdam. En dat ze zelf vroeger op De Violier zat, speelde ook mee. Ze liep er stage én was er LIO. Voor stages heb je als student niet veel in te brengen, maar omdat er bij een andere stage wat misgegaan was, kon ze naar de school van haar voorkeur, haar eigen oude school. En daar heeft ze vervolgens ook haar LIO-plek geregeld.

 

LIO

LIO staat voor Leerkracht In Opleiding, de stage die je loopt in je afstudeerjaar. Ook al ben je tijdens je hele opleiding leerkracht in opleiding, de specifieke benaming van LIO heb je alleen in dat laatste jaar. Dat is de allerbelangrijkste stage in je studie, want het is de stage waarin je je bewijzen moet verzamelen voor het portfolio waarmee je gaat afstuderen. Het is ook de stage waar je het meeste van leert, omdat je even in het diepe wordt gegooid met ‘ga het maar zelf doen’. Vooral ook de taken naast het lesgeven leer je in dat laatste jaar. Rapporten en groepsplannen maken, leerlingbesprekingen, bij vergaderingen aanwezig zijn, echt meepraten over je groep en vooral ook meer over je eigen groep kunnen vertellen, want jij bent op dat moment één van de leraren en niet meer een stagiair.

 

Zelf doen

In het begin heb je iemand naast je met wie je aan het eind van de dag kan bespreken hoe dingen gingen. Sarah: “Iemand die kan zeggen: op deze manier stuur je een berichtje naar de ouders, nu is het zaak om even te bellen vanwege een incident. Met wie je bespreekt hoe je gaat doorplannen in de map. Want met alle methoden die je geeft, moet je ook leren plannen en flexibel leren worden. Ook echt zelf leren bedenken wat je moet laten vallen, zodat de klas op niveau komt. Bijvoorbeeld nu even taal skippen om het rekenen meer te oefenen. Dat soort dingen doe je pas als LIO.”

Op een gegeven moment word je helemaal losgelaten, want je moet het echt zelf gaan doen. Sarah weet uit eigen ervaring: “Je weet dat leerlingen anders kunnen reageren als de andere leerkracht erbij is, dus als hij of zij steeds in de buurt is, gaan kinderen zich misschien anders gedragen dan als je alleen staat.”

 

‘Je moet leren plannen en flexibel leren worden’

 

Pluspunten

Als we haar vragen naar de pluspunten voor een LIO bij Primo, volgt een enthousiast verhaal. “Ik kan natuurlijk niet vergelijken met stages op andere scholen, want mede door de coronatijd ben ik alleen op deze school geweest. Maar wat ik van studiegenoten begrijp, is dat je niet bij alle scholenbesturen zó meegenomen wordt in alles als bij Primo. Kleine activiteiten die alleen je team aangaan, maar ook met de hele organisatie, je wordt uitgenodigd, ook al ben je eerstejaarsstudent. En dat is gewoon tof, je hebt echt het gevoel dat je erbij hoort en dat je niet zomaar stagiair bent, je bent meteen een collega. Je wordt continu gemotiveerd om aan je studie te zitten, iedereen wil je helpen, wat voor je doen. De directie is bereikbaar, je wordt oprecht gezien. Bij Primo wordt heel erg met je meegedacht, er zijn op schoolopleiders, iemand in de school die alle stagiairs begeleidt. Dus je hebt de leerkracht van de klas die je feedback kan geven, maar je hebt ook de schoolopleider die regelmatig vraagt hoe het gaat en waar je tegenaan loopt, dat is zo fijn! Primo is heel erg bezig met hoe ze de startende leerkracht kunnen helpen. En dat vind ik heel sterk.”


Ambassadeur

Sarah is zo enthousiast dat ze op de besturenmarkt van de hogeschool als ambassadeur voor Primo optrad. Ze vertelde derdejaarsstudenten haar eigen ervaringen: “Je wordt hier echt gezien, je wordt betaald, ik vind Primo-scholen erg prettig, vanwege de samenwerking tussen de scholen die proberen op één lijn te zitten in plaats van ieder zijn eigen ding te doen.” Kennisdeling en extra aandacht voor de startende leerkracht zijn wat haar betreft ook echt waar Primo in uitblinkt. Daarmee heeft ze meerdere studenten overgehaald om voor Primo te kiezen.

 

Tips

Direct aangeven wat je plannen zijn voor het jaar, dat is dé tip voor nieuwe LIO’s. Heel duidelijk tegen je werkbegeleider (de leerkracht bij wie je voor de klas komt) zijn over dat je eerst wil meekijken, daarna lesgeven, en uiteindelijk je doel is om zeker na de herfstvakantie al dagen zelfstandig aan de slag te gaan. En: “Goed laten weten wanneer je feedback wil hebben, wij mensen vinden het vaak lastig om terugkoppeling te vragen, maar het is zo ontzettend handig. Durf om feedback te vragen! Vraag alsjeblieft, alles, want daar zijn mensen voor!”

 

Toekomst

Wat haar toekomst betreft, blijft Sarah sowieso bij Primo. Het bestuur heeft een goede visie op het onderwijs die hetzelfde blijft als ze op een andere school gaat werken. Nu heeft de groep 6, volgend jaar waarschijnlijk groep 5. “Andere jaren had ik een groep 8 en nu sta ik voor groep 6. Ik sta heel graag in de bovenbouw voor de klas!” Ze heeft er echt zin in, kijkt met een open blik. Ze zou wel in de leerteams willen, om mee te denken om iets nieuws te doen met rekenen, maar pas over een tijdje. Te zijner tijd wil ze zich specialiseren in pedagogiek en gedrag: “Ik weet dat ik over twee jaar kan aangeven drie dagen te willen gaan werken om een studie te gaan volgen. Dat wordt ook echt aangemoedigd bij Primo.”


Luisterend oor op elke school

Margriet Maat werkt bij CON De Wereldschool en is daar sinds kort ICP. ICP staat voor intern contactpersoon. Alle scholen binnen Primo hebben een ICP: iemand die aan te spreken is als er dingen niet zo lekker lopen op school. De ICP is dan een luisterend oor, en degene die kan helpen of doorverwijzen.

door de redactie



Omdat je je fijn en veilig moet kunnen voelen op school, als leerling, als ouder, maar ook als je er werkt, hebben alle Primo-scholen een ICP. Zodat als er iets is, er altijd iemand is waar je naartoe kan. Die jou kan helpen of begeleiden om geholpen te worden. Iemand die op school werkt en de rol van vertrouwenspersoon op zich heeft genomen. Om ouders, leerlingen, leerkrachten – eigenlijk iedereen – terzijde te staan en door te verwijzen. Dat kan bij allerlei problemen zijn, van iets luchtigs tot zwaardere zaken. Pesten (niet alleen tussen kinderen, maar ook tussen ouders of leerkrachten), je niet veilig voelen op school, huiselijk geweld, kindermishandeling, van alles.

 

Er zijn voor anderen

Margriet is gevraagd door haar directeur om de rol van ICP te gaan vervullen. Een taak die goed bij haar past. Omdat ze al zo lang op CON De Wereldschool werkt, heeft ze de school van klein – er waren toen maar twee-drie groepen – naar groot zien groeien. Inmiddels zitten er wel 220 leerlingen op school. Waar ze vroeger vanzelfsprekend zowat iedereen kende en een praatje maakte met alle collega’s, is dat nu niet meer zo makkelijk. Daardoor wordt iemand die met een probleem zit, misschien wel niet zo snel opgemerkt. Juist daarom wil ze er zijn voor anderen. En hoopt ze dat leerlingen, ouders en collega’s haar ook zullen gaan vinden.

 

Juf Margriet én ICP

Maar zover is het nog niet. Haar functie staat nog in de kinderschoenen. Margriet heeft de opleiding voor ICP bijna afgerond. Daarna is ze van plan om een rondje langs de klassen te maken om zichzelf bekend te maken. Om uit te dragen dat ze niet alleen juf Margriet is, maar ook behulpzaam kan zijn als er iets aan de hand is. “Ik dacht altijd dat ik dan van alles moest oplossen voor diegene, maar eigenlijk ben ik gewoon een luisterend oor en verwijs ik die persoon door naar of mijn collega’s, of naar degene waar ze een probleem mee hebben of verder.”


Ommezwaai

Nu is het nog zo dat problemen op CON De Wereldschool vaak terechtkomen bij de intern begeleider (Ib’er) of het schoolhoofd. Mensen zijn nog niet gewend dat er speciaal iemand is waar ze met problemen terechtkunnen. Dat moet groeien. Er moet een ommezwaai komen van hoe het altijd gegaan is naar hoe het nu gaat. De Ib’er en het schoolhoofd zullen daar ook aan moeten meewerken, maar dat komt vanzelf. “Dan kan ik in mijn nieuwe rol groeien,” zegt Margriet. In de toekomst zal men zeker de weg naar haar toe gaan vinden.

 

“Iedereen moet zich fijn en veilig kunnen voelen op school”

 

In gesprek

Je kan met allerlei klachten bij de ICP terecht. Dat kan zijn als kind, maar net zo goed als volwassene. Van ‘zij plaagt mij altijd’ en ‘hij scheldt me steeds uit’ tot ‘de leerkracht ziet mijn kind niet’ of ‘de leerkracht geeft mijn kind veel te vaak de beurt’. Maar ook als je als leerkracht niet goed met een andere collega overweg kan, of iemand ongewenste intimiteiten ervaart. Margriet gaat dan als ICP met de verschillende partijen in gesprek om tot een oplossing te komen. En als het schooloverstijgende problemen betreft, kan zij terugvallen op degene die de ICP-opleiding binnen Primo verzorgt.

Margriet is er in ieder geval klaar voor. “Misschien blijft het wel stil”, zegt Margriet, “maar áls het dan nodig is, dan kom ik aangevlogen!”